Van het paleis vormt het ‘corps de logis’ de essentie van ‘het verhaal van de plek’.
Het verhaal van de plek.
Soestdijk is van oorsprong een buitenverblijf, een huisje buiten de stad. Tussen 1650 en begin 1900 is dit paleis, met uitzondering van enkele periodes, vrijwel nooit constant bewoond geweest. Daar kwam in 1937 verandering in, toen prinses Juliana en prins Bernard Soestdijk als woning gingen gebruiken.
Het ‘verhaal van de plek’ is dat Soestdijk een landgoed is waar al bijna 4 eeuwen toch een vrij serene rust heerst. Natuurlijk, er is gejaagd, er zijn ‘feestjes’ gegeven en ja op Koninginnedag sjouwde er jaarlijks horde mensen langs het paleis. Maar bovenal is het een plek waar een majestueuze rust heerst.
Tijdens de behandeling van het voorontwerpbestemmingsplan hebben wij het plan gelegd naast dit uitgangspunt, het ‘verhaal van de plek’. Maar ook hebben wij het destijds gehad over dat andere belangrijke advies van de Ronde Tafel.
“Het landgoed zelf maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Dit onderstreept de natuurlijke kwaliteiten, geeft flora en fauna voorrang bij nieuwe ontwikkelingen en stelt daarmee eisen aan het gebruik.”
Vorig jaar hebben we als raad op ons initiatief, met een ruime meerderheid, gekozen om een externe adviseur ons te laten adviseren op alle afspraken die gemaakt zijn.
- Of de afspraken eenduidig zijn voor alle partijen.
- Of de opbrengsten aangewend worden voor de renovatie van het paleis.
- Of er geen ongewenste effecten op kunnen treden als het Ensemble toch in delen uit een valt.
Dit besluit is door veel inwoners gewaardeerd en als verstandig beoordeeld. En dat duidelijke advies wat wij hebben gekregen, laat niks aan de verbeelding over. Het geeft ons richting welke afspraken met MeyerBergman Erfgoed (MBE) meer eenduidigheid verdienen.
Het gaat dan onder meer om:
- De afspraak dat de opbrengsten uit het Alexanderkwartier volledig ten goede komen aan de renovatie van het Ensemble.
- De afspraak dat de renovatie van voldoende kwaliteit is en dat hier voldoende controlemechanisme op zijn;
- De afspraak dat de natuurcompensatie van voldoende kwaliteit is en binnen een redelijke termijn volledig gerealiseerd wordt;
Maar het heeft ons meer laten zien, het heeft ons getoond dat van alle mooie woorden; uit de omgevingsvisie, het advies van de Ronde tafel en alle brieven van minister Blok aan de Tweede Kamer ten spijt. Dat geen van die woorden, waarop ons vertrouwen gestoeld moet zijn, door het Rijksvastgoedbedrijf vastgelegd zijn in de enige privaatrechtelijke documenten in dit dossier. De koopovereenkomst laat zien dat staatssecretaris Knops het dossier en paleis Soestdijk het liefst zo snel mogelijk kwijt wilde. En het feit dat MBE een bod zonder voorwaarden gedaan heeft, speelde hem hier enkel in de kaart.
Maar het feit dat de Rijksoverheid dit ‘paleis van het volk’ zo verkwanseld heeft, maakt niet dat wij MBE een gevaarlijke partij vinden, of dat wij vinden dat MBE met kwade bedoelingen als een ‘rupsje nooit genoeg’ de randen probeert op te zoeken. MBE heeft ‘ons’ paleis gekocht. En daarmee het recht om ermee te doen wat zij willen. En dat wordt ondersteund door het feit dat het Rijksvastgoedbedrijf op geen enkele manier de verantwoordelijkheid heeft gevoeld om de illusies (kwalitatieve renovatie, publiekelijk toegankelijk, behoud van het ensemble als één geheel) die zijn gewekt in het verkooptraject, vast te leggen in bindende afspraken.
U krijgt van mij vanavond dan ook geen klaagzang dat de MBE een partij is die niet te vertrouwen is, dat de MBE en in het bijzonder het echtpaar Meyer er enkel op uit zijn om ‘snel’ geld te maken.
We hebben hier te maken met een partij die probeert om een ontwikkeling mogelijk te maken. En daarin zitten wij als gemeenteraad aan de andere kant van de gesprekstafel. En daar beslissen wij uiteindelijk of die ontwikkeling past binnen ons dorp.
- Het feit dat het Rijksvastgoedbedrijf, staatssecretaris Knops en minister Blok een contract zonder enige voorwaarden hebben getekend, maakt niet dat wij gedwongen zijn om in te stemmen met dit plan.
- Het feit dat het college een uitgebreid bestemmingsplan voorlegt in ruim 1000 pagina’s en een anterieure overeenkomst heeft opgesteld met nog een aantal open eindjes, maakt niet dat wij gedwongen zijn om in te stemmen met dit plan.
- Het feit dat wij als gemeenteraad vorig jaar, met een ruime meerderheid, het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage hebben gelegd, maakt niet dat wij gedwongen zijn om in te stemmen met dit plan.
Een voorontwerpbestemmingsplan met ruim 1000 pagina’s en een grote invloed op het welzijn van inwoners kan je niet in drie weken in juli 2020 tot je nemen en daar dan een weloverwogen besluit overnemen en dat je daarmee dan ook direct in het vervolgtraject je stemrecht bent verloren.
Het huidige plan is groot en wat ons betreft te groot. En daarmee niet meer in lijn met ‘het verhaal van de plek’. Daarbij gaat het vaak om de veertig evenementen dagen en de mogelijke overlast van de twaalf dagen met versterkt geluid. Maar onze stellige overtuiging is dat de overbelasting van dit plan zit in alle evenementen waarvoor geen vergunning noodzakelijk is. In de bezoekers en verkeerstromen die dit met zich meebrengt.
- Want een hotel van 120 kamers is niet te vullen met veertig evenementendagen.
- Een restaurant van 950m2 staat te vaak leeg als het leeft op veertig evenementendagen.
- Een auditorium met 300 stoelen bouw je niet voor veertig evenementen dagen.
De overbelasting van dit plan zit hem in veel van de ontwikkelingen die mogelijk zijn op de ‘parade’. Daar moet de waarde gecreëerd worden om uiteindelijk de renovatie terug te kunnen verdienen. Dat is ook wat we kunnen leren uit de restauratie van de Westergasfabriek en de uiteindelijke verkoop ervan.
En dit tezamen met nog een flink aantal ontwikkelingen waarvan wij vinden dat deze ongewenst of slecht vormgegeven zijn:
- Het gebruik van het weiland bij het Wilhelmina chalet als overloopparkeerterrein en evenementen locatie. Net als bij het voorontwerpbestemmingsplan is dit voor ons onbespreekbaar.
- De voorgestelde verkeersoplossing met een gelijkvloerse kruising is wat ons betreft geen oplossing voor dit plan en onbespreekbaar.
- De voorgestelde natuurcompensatie, zowel op het landgoed als op een andere plek in de provincie, staat in schril contrast met de ontwikkelingen die mogelijk gemaakt worden op het landgoed. Wij omarmen het idee van de NMU, Utrechts Landschap en Natuurmonumenten om de compensatie groots vorm te geven door bij te dragen aan de ontwikkeling van het Nonnenland of de realisatie van een ecoduct over de Biltseweg.
- De complete focus op de bereikbaarheid per auto van dit plan. En het gebrek aan echte oplossingen om het landgoed goed per Openbaar Vervoer bereikbaar te maken.
Dit past wat ons betreft niet bij: “Het landgoed zelf maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Dit onderstreept de natuurlijke kwaliteiten, geeft flora en fauna voorrang bij nieuwe ontwikkelingen en stelt daarmee eisen aan het gebruik.”
Wat ons betreft stellen we andere eisen aan het gebruik.
Vorige week is er, door mevrouw Buiter, een opmerking gemaakt over de noodzaak van een Milieu Effect Rapportage (MER) voor dit plan. Het bestemmingsplan geeft aan dat dit plan voor hen is gecategoriseerd als D.11 (De wijziging van een stedelijk ontwikkelingsproject) en dat hiervoor geen MER besluit noodzakelijk is. Maar D.10 (Aanleg van een hotelcomplex) lijkt hier zeker van toepassing en op basis van de kenmerken die hier genoemd zijn is een MER besluit zeker noodzakelijk. Op basis van welke uitgangspunten denkt het college dat een MER Besluit hier niet noodzakelijk is en welke gevolgen heeft het als er op dit moment wel een MER besluit noodzakelijk is?
Het feit dat wij tegen deze planvorming zijn. Maakt niet dat wij niet mee willen denken over het borgen van de juiste afspraken in de anterieure overeenkomst. Het is voor onze inwoners, de inwoners van Soest en alle insprekers die hier vorige week met hart en ziel hebben ingesproken, van groot belang dat de afspraken met de MBE eenduidig voor iedereen worden vastgelegd en dat iedereen weet waar hij of zij aan toe is.
Bijna twee weken geleden is door een brand het gebouw van scoutinggroep Merhula met de grond gelijkgemaakt. Naast het verdriet en de onmacht, zagen we ook de veerkracht van de scouts. Al snel kwamen er crowdfundingsacties opgang en mocht het gebouw van een bevriende scoutinggroep gebruikt worden. Ook de familie Meyer was er om hun medewerking toe te zeggen.
Tijdens de informatieraad heb ik het idee geopperd om met alle scoutingsgroeps eens te kijken wat er mogelijk is om misschien wel op één plek een gebouw te realiseren waarin iedereen zijn eigen ruimte heeft. Is het college bereidt om, in de gesprekken die nu gevoerd worden met scoutinggroep Merhula, ook te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om misschien tot een gezamenlijke huisvesting te komen?
Ik hoop werkelijk dat iedereen zich nog eens afvraagt bij dit plan: Past dit nu bij Baarn. Is Baarn een plek waar het elke week, elk weekend moet bruisen en wat te doen moet zijn.
Of zijn wij die Vorstelijke Parel, in een groene omgeving. Met de natuurlijke kwaliteiten van het prachtige landgoed Pijnenburg. Zijn wij niet het dorp van het pittoreske Lage Vuursche waar je op een mooie dag kan genieten van het Nonnenland en het Pluismeer en waar je daarna een lekkere pannenkoek kan eten. Zijn wij niet gewoon het dorp waar mensen komen wonen, omdat ze de natuur, de rust en de schoonheid waarderen.
Zetten wij dat niet allemaal op het spel.