Het vertrouwen in de overheid blijft maar dalen, en ook in Baarn zijn inwoners teleurgesteld in de gemeente. ‘De participatie rondom Paleis Soestdijk was een dieptepunt’, zegt PvdA-lijsttrekker Mark Eijbaard. Als het aan de PvdA ligt neemt de gemeente inwoners veel serieuzer. Zowel bij inspraaktrajecten als de service die de gemeente verleent aan inwoners. ‘Als je inwoners vertrouwen geeft, krijg je dat terug.’
Soestdijk: verwachtingen niet gemanaged
De gemeente Baarn spaarde kosten noch moeite om inwoners te laten meepraten over de herontwikkeling van Paleis Soestdijk. Veel inwoners deden daar graag aan mee, want voor omwonenden en natuurliefhebbers staat er veel op het spel. Maar ze bleven ontgoocheld achter. PvdA-fractievoorzitter Mark Eijbaard zag het met lede ogen aan. ‘Inwoners wilden -terecht- het aantal evenementen en het hotel inperken, maar raakten verstrikt in de procedures. Er bleek bijvoorbeeld helemaal geen wettelijke basis om daar als inwoner invloed op uit te oefenen. Of er bleken al lang besluiten genomen te zijn.’
Hiermee schond de gemeente Baarn regel nummer 1 voor inwonerinspraak: maak van tevoren kristalhelder waar inwoners alleen over mee mogen práten, en waarover ze mee mogen beslíssen. ‘Verwachtingen managen staat altijd voorop als je inwoners serieus neemt,’ zegt Eijbaard. ‘Mensen komen niet terug als ze het gevoel hebben dat hun inspanningen voor niets zijn geweest. Dat zie je nu ook bij Soestdijk: inwoners geven het op.’
Het ‘waarom’
Participatietrajecten mogen dus nooit voor de bühne zijn: de politiek mag inspraak niet zien als een hobbel die genomen moet worden richting een besluit. ‘Inwoners moeten waar mogelijk gelijkwaardige gesprekspartner zijn. Als je inwoners vertrouwen geeft, krijg je dat terug,’ zegt Eijbaard.
Bij politieke besluiten zoals bij Paleis Soestdijk hebben partijen de verantwoordelijkheid om uit te leggen hoe ze de inbreng van inwoners hebben afgewogen en wat ze er wel en niet mee gedaan hebben. ‘Inwoners zijn op zoek naar het ‘waarom’,’ zegt Eijbaard. ‘Wij als PvdA hebben steeds uitgelegd hoe we inbreng hebben gewogen. Bij andere partijen zie je dat veel minder.’
Veel klantgerichter
Een ander moment waarop inwoners in contact komen met de gemeente is als ze iets willen regelen, zoals een vergunning of een aanvraag voor zorg. Dit moet veel klantgerichter, want inwoners moeten zich nog te vaak plooien naar de gemeente, vindt Eijbaard. ‘Voor mensen die werken is een afspraak op het gemeentehuis tussen 8.00 en 12.00 uur vaak heel ingewikkeld. Wij willen dat een afspraak ook kan in de avond, of overdag via videobellen.’
Een klantgerichte overheid vraagt vindingrijkheid, zegt Eijbaard: ‘Een afspraak kan ook op locatie in een zorgcentrum. Beeld je eens in hoeveel zorgen je wegneemt bij oudere inwoners die slecht ter been zijn door naar hén toe te komen.’
Ook een doorn in het oog van de PvdA: de taal waarmee de gemeente met inwoners communiceert. ‘Eén van onze leden heeft onlangs een bouwvergunning aangevraagd. Ze kreeg de volgende brief: “Burgemeester en wethouders besluiten, gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen, behoudens rechten van derden, onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken deel uitmaken van de vergunning.”’
Deze brief is geschreven voor ambtenaren, niet voor de inwoner, zegt Eijbaard. ‘Waarom kan dat niet zo: “U heeft onlangs een bouwvergunning aangevraagd. Wij hebben daarover een besluit genomen: u mag verbouwen. Gefeliciteerd.” Daarmee verplaats je je als gemeente in de inwoner: die wil namelijk weten of ie mag verbouwen of niet, en is blij met de uitkomst. Weg met die ambtelijke taal, die is echt niet nodig om je boodschap over te brengen.’
Ogen en oren van het gemeentehuis
Ambtenaren zijn enorm waardevol voor een gemeenschap, zegt Eijbaard, al zien inwoners dat soms anders. ‘Een ambtenaar vormt de ogen en oren van het gemeentehuis en kan signalen van inwoners doorgeven aan de wethouder.’
Als het aan de PvdA ligt, krijgen ambtenaren die rol straks ook. ‘Een voorbeeld is de kleine bouwwerken die sommige inwoners in hun voortuin hebben om hun fietsen in te zetten. Volgens de regels zijn die vaak net te groot en moeten ze worden afgebroken. Maar je kunt als ambtenaar ook denken: “Blijkbaar willen mensen graag hun fiets droog en veilig bij hun huis stallen. Misschien zijn de regels aan verandering toe.” Als PvdA zouden we dat toejuichen. Zeker nu we inwoners graag vaker op de fiets krijgen én we het aantal gestolen fietsen willen terugdringen.’
Meer goede ideeën voor het serieus nemen van inwoners staan in ons verkiezingsprogramma